We weten allemaal dat we grote problemen hebben in de wereld van vandaag, maar het is nog schokkender om die problemen met je eigen ogen te zien. Het is de grootste motivatie ooit om door te gaan met de bomenmissie, maar het raakt je ziel. Sommige momenten staan voor altijd op je netvlies gebrand.
Er is een grote kloof tussen ‘hier’ en ‘daar’ en toch leven we op dezelfde planeet.
Het is onbegrijpelijk dat mensen in ons land de hele dag lang hun gazon besproeien, terwijl mensen aan de andere kant van de wereld te maken hebben met extreme droogte en geen toegang hebben tot water.
Het oplossen van ongelijkheden in de wereld is wat mij het meest drijft. Ik ben geen perfecte greenie, maar ik geloof wel dat we, samen met de mensen in nood, systemen voor een beter leven kunnen bouwen. En geloof het of niet: bomen zijn een belangrijk voorbeeld van een levensondersteunend systeem.
Laat me je een paar dingen vertellen over het op vijf na armste land ter wereld: Madagaskar.
Het eens zo weelderige en groene eiland Madagaskar verandert stilaan in een rode woestijn en kampt met een ernstige voedselcrisis. Deze crisis wordt gezien als ’s werelds eerste ‘klimaatveranderingshongersnood’. Madagaskar, het op vier na grootste eiland van de planeet, is één van de meest diverse ecosystemen en telt duizenden endemische plant- en diersoorten, zoals de lemuur (Bron: Euronews).
Vier jaar van extreme droogte, die door de VN in verband wordt gebracht met klimaatverandering, en de ontbossing door het verbranden of kappen van bomen voor de productie van houtskool en landbouw hebben het gebied enorm uitgedroogd.
Tijdens mijn eerste dagen in Madagaskar viel het me op hoezeer het toerisme er sinds de pandemie tot stilstand is gekomen. Een arm land dat ook nog eens de inkomsten van toeristen verliest, staat er niet echt goed voor. Mensen staarden me aan omdat ik wit ben en sommigen van hen hadden nog nooit een wit persoon gezien. Dit toont aan hoe weinig toeristen er momenteel naartoe gaan.
De priester Vader Pedro is iemand die gelooft in het opbouwen van systemen en heeft Akamasoa, een humanitaire vereniging, opgericht. Akamasoa heeft vijf opvangcentra rond de hoofdstad die bestaan uit 17 dorpen waar bijna 3000 gezinnen zijn ondergebracht. Vader Pedro was ervan overtuigd dat daklozen, die helemaal niets meer hebben, geen waardigheid en zelfvoorziening kunnen vinden als zij niet de hoofdrolspelers zijn in hun verhaal van herstel. Daarom moeten de gezinnen die in de dorpen van Akamasoa worden opgevangen, zich ertoe verbinden dagelijks te werken en hun kinderen naar school te sturen. In ruil daarvoor biedt Akamasoa diensten aan die hen helpen in de maatschappij te integreren, zoals banen, woningen, onderwijs en gezondheidszorg.
Dit is een zeer succesvol verhaal en de mensen in die dorpen zijn trots dat zij er deel van uitmaken.
Een van de meest verbazingwekkende momenten in mijn leven was toen ik een school in Akamasoa bezocht met geschenken en er 1000 kinderen op ons stonden te wachten. Ze verrasten ons met dansjes en vriendelijkheid.
Omdat ik geen 1000 cadeaus bij me had, vonden we een manier om de kinderen in de klassen te bezoeken en uit te leggen dat frisbee een groepssport is. Toen we drie uur later langs de school kwamen, zagen we kinderen in groepjes spelen met, onder andere, frisbees. De tranen kwamen in mijn ogen. Deze mensen hebben niets en ze zijn zo blij met de kleinste dingen. Dat is iets wat wij van hen kunnen leren. Het planten van bomen met de ouders van die kinderen is heel waardevol en de boomsoorten worden zorgvuldig geselecteerd met het oog op voedselproductie en een economische meerwaarde van non-timber producten.
Wij planten bomen in onze tuin omdat we ze leuk vinden of voor verkoeling. In Madagaskar is het van vitaal belang om bomen te planten die ook een economische meerwaarde bieden, bijvoorbeeld dankzij de vruchten die ze voortbrengen.
Deze toegevoegde waarde ondersteunt het levensonderhoud, maar is ook de motivatie om voor bomen te zorgen en te beseffen dat bomen “levensgenoten” zijn. Hierdoor wordt er bewustzijn gecreëerd en worden bomen niet langer gezien als producenten van houtskool, maar als duurzame bronnen van inkomsten die best niet gekapt worden.
Deze manier van planten, boslandbouw in samenwerking met de boeren, is iets dat levens verandert.
In Madagaskar houdt men bij elke gebeurtenis een toespraak. Toen ik een boslandbouw-project in Tamatave bezocht, was ik getuige van een van de droevigste toespraken die ik ooit heb gehoord:
“Beste mensen, we zullen de komende jaren steeds meer te maken hebben met cyclonen. Het zal veel warmer worden en we zullen nog moeilijker aan water geraken omdat we door extreem droge periodes zullen gaan. We zullen zonder rijst komen te zitten, dus moeten we nadenken over alternatieven. Daarom zullen we bomen planten die ons voedsel zullen geven, maar we zullen ook soorten planten die ons al na drie maanden kruiden zullen geven om te verkopen. We zullen nog minder inkomen hebben, omdat we geen rijst meer gaan hebben. Als we nu niet handelen, krijgen we nog ergere problemen dan we nu al hebben.”
… En je moet weten dat ik de hitte op die plantlocatie nauwelijks kon verdragen. Een drukkende hitte die we hier niet kennen. Ik zocht bomen op voor schaduw. De enige gedachte die op dat moment door mijn hoofd ging was: “We moeten zoveel mogelijk bomen planten, die mensen zijn onze familie.”